Nieuwe infraprojecten zouden geen barrières moeten opwerpen voor de kruisende routes van fietsers en voetgangers. Dat is al jaren uitgangspunt van beleid. De case Vught laat zien dat de belangen van langzaam verkeer gemakkelijk buiten beeld kunnen raken.
Eind 2017 overheerste bij de Fietsersbond in Brabant een enorm gevoel van frustratie. De plannen voor twee rijksprojecten in Vught (de verbouwing van de N65 en het spoorproject PHS Meteren Boxtel) waren vergevorderd en ondanks de beste uitgangspunten leek het erop dat het slechter werd voor fietsers en voetgangers. Drie van de zes bestaande verbindingen over de N65 waren onzeker geworden. Een langzaam verkeer-oversteek bij de Vijverbosweg en de Boslaan was geschrapt in de plannen. En op de plek waar N65 en spoor elkaar midden in het dorp kruisten waren twee verbindingen ingeruild voor een fietstunnel die als ‘optie’ in de plannen stond, allerminst zeker.
Waarom hebben de gezamenlijke overheden niet hun verantwoordelijkheid genomen in deze rijksprojecten? Om dat uit te zoeken heb ik in opdracht van de Fietsersbond een reconstructie gemaakt. Ik heb nota’s en bezwaarschriften doorgeploegd, notulen gelezen, raads- en statenvergaderingen terug geluisterd en uiteindelijk ook de WOB ingezet om meer te weten te komen over wat er gezegd is in de stuurgroep N65 en het Bestuurlijk Overleg van PHS Meteren-Boxtel (waar betrokken bestuurders van rijk, provincie en gemeenten in zaten). Helaas werd in de notulen van Stuurgroep en bestuurlijk overleg wel heel veel weggelakt, bijvoorbeeld alle namen.
Lees het hele verhaal op de website van de Fietsersbond
Of de samenvatting BB 20-2018 Vught en de vergeten fietstunnel in Binnenlands Bestuur