Na veertig jaar in de baggersector neemt Jan Schaart aan het eind van dit jaar afscheid als directeur Nederland van Van Oord. Een interview over de hoogtijdagen in Dubai, ingewikkelde contracten en zijn liefde voor het vak. “Het maken, het zien ontstaan, de projecten in Dubai, Singapore en Hong Kong, maar ook de dijk tussen Hagestein en Opheusden, daar word ik blij van.”
Wat sprak hem aan in de baggersector toen hij jong was? Jan Schaart vindt het op deze warme voorjaarsnamiddag in het hoofdkantoor van Van Oord aan de Maas een lastige vraag. Het rolt zo, zegt hij herhaaldelijk. “Water, zand, dat heeft me altijd aangesproken. In mijn familie werkten mensen in de scheepvaart en bij werven, dat heeft misschien een rol gespeeld. Maar op de middelbare school twijfelde ik nog tussen geneeskunde en civiele techniek.”
‘Vroeger gingen we bij dijkverzwaring gewoon rechtdoor, gelukkig doen we dat niet meer. Nu is landschappelijke inpassing heel belangrijk’
Het werd civiele techniek, en het werd de wereld van baggeren. Een keuze die zou passen, zo blijkt uit zijn enthousiasme voor zijn projecten. Na een start bij Boskalis, kwam hij in 1988 bij Van Oord terecht. Hij reisde de wereld over: veel projecten in het Verre Oosten, Hong Kong, Singapore. In 2003 verhuisde hij met familie naar Dubai.
Hij begint met glimmende ogen te vertellen over de omvang van de projecten toen. “Palm Deira, dat was in 2005 een contract voor 2,5 miljard euro. Totaal was daar 1,2 miljard kubieke meter zand voor nodig. 1,2 miljard kubieke meter zand! Dat is niet meer voor te stellen. Dat is een muur van 1 meter breed, 30 meter hoog de hele evenaar rond. Dat zou het moeten worden. Uiteindelijk is het niet volgens plan uitgevoerd, maar er wordt nog steeds aan gebouwd.”
Branche: Baggeren | Auteur: Karin Broer | Publicatiedatum: woensdag 15 juni 2016
Lees de rest op de site van Maritiem Nederland