Op uitgaansavonden heeft na 1.00 uur ’s nachts bijna 90 procent van de fietsers alcohol gedronken, bijna 70 procent heeft een hoger promillage in het bloed dan het toegestane 0,5. Dat blijkt uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen in samenwerking met de SWOV waarbij fietsers een vrijwillige blaastest deden.
Op twee donderdagavonden en twee zaterdagavonden in de uitgaansgebieden van Den Haag en Groningen kregen 914 mensen die net op of van hun fiets stapten het verzoek mee te werken aan een blaastest. Ongeveer een kwart wilde niet meewerken. Degenen die wel meewerkten, bleken in de loop van de nacht vaker onder invloed van alcohol. Het percentage fietsers met alcohol in het bloed steeg van 7,7 procent om 18.00 uur tot 89 procent na 1.00 uur ‘s nachts. Om 18.00 heeft nog geen van de fietsers een hoger promillage dan 0,5 in het bloed, maar na 1.00 uur is dat 68 procent. Het gemiddelde promillage van alle deelnemers lag met 0,75 ruim boven het toegestane 0,5. Er bleken geen verschillen te zijn tussen beide steden.
Het is voor het eerst dat alcoholgebruik onder fietsers daadwerkelijk is gemeten. Eerder was uit onderzoek van de SWOV (Twisk en Reuring) duidelijk geworden dat veel fietsers die met een ongeluk in het ziekenhuis terechtkomen alcohol had gedronken, met name in de weekendnachten.
Dit was een leuk nieuwtje dat ik publiceerde op Vogelvrije Fietser, een paar weken later was er een kleine mediastorm toen De Volkskrant over hetzelfde onderzoek publiceerde.